Mijmeringen op een februari ochtend..

Nederlandse volksgebruiken, of specifiek, Katholieke volksgebruiken zijn niet in zwang. Verre van zelfs! Dit iets waar ik mij het afgelopen jaar veelvuldig over heb verwonderd is hoe niet populair ze juist zijn. Zelfs onder het gros van Katholieke kerkgangers! Veel gebruiken lijkt men gewoon vergeten te zijn. Gebruiken zoals het bidden tot een bepaalde heilige, of het zegenen van een St Christoffel bedel voor dat je op reis gaat. Of zelfs het kalken van de deur! Nu moet hier wel een kleine kanttekening bij worden geplaatst dat ik niet in het Katholieke zuiden van Nederland woon. Eerder in een van oudsher Katholieke enclave in overheersend Protestants en Hervormd gebied.

Als ik het over Katholieke volksgebruiken heb, dan denken mensen niet direct aan toverij. Zelfs mensen die zich bezig houden met moderne hekserij, denken niet direct aan een op zichzelf staande volkstraditie. En met volkstraditie bedoel ik; gebruiken die binnen gezinnen en/of zelfs gemeenschappen werden doorgegeven. Kijk, als ik het in het Engels zou zeggen; Catholic folk magic, dan wordt het ineens een stuk interessanter. Maar hoe heeft het woord ‘volksgebruiken’ juist die allure verloren? Als u het mij een jaar of twee geleden had gevraagd, had ik u geen antwoord kunnen geven. Simpel en alleen om het feit dat ik er nog nooit over na had gedacht. Nu? Ik denk dat het om schaamte draait.
Zaken zoals kledendracht, volkskunst (ooit Fries houtsnijwerk gezien? Of Staphorster-stip-werk? Hindelooper Schilderkunst?) volksdansen-en liederen, worden gezien als iets wat hopeloos ouderwets en ‘boers’ is. Anders verwoord; het is niet modern genoeg. Volkskunst heeft een stoffig imago. Het is oud, een beetje simpel en past domweg niet bij hoe u zich als moderne Nederlander wil profileren. Volksgebruiken en geschiedenis is iets voor oudere mensen. Het zal nooit zo worden verwoord; maar dit opgelaten gevoel, het schaamrood wat op de kaken komt en het af doen als oud/dom is er wel degelijk. Dit zit in ons collectief als een onderstroom.

Maar waarom? Welk doel dient het schamen voor uw eigen culturele/regionale achtergrond?

Om hier inzicht in te krijgen is een stukje recente geschiedenis nodig. Hier zal ik wat kort door de bocht moeten zijn, zodat het niet een heel boekwerk wordt, maar een kantelpunt is de industriële revolutie in Nederland. Net als de tijd na de eerste en tweede wereld oorlog. Drie zeer ingrijpende punten in onze geschiedenis. De eerste omdat veel werk dat met de hand werd gedaan; waar tradities en zelfs feesten zich rondom hebben gevormd drastisch veranderden. Er waren minder mensen nodig voor bijvoorbeeld het oogsten. Of een meubelmaker kon het zelfde aantal meubels maken, met minder werknemers. In allerlei gebieden van het dagelijks leven, kwamen machines om het werk makkelijker te maken. Dit maakte, voor een deel, dat de oudere methodes werden achtergelaten door het gros van de bevolking. En waarom ook niet?

En u weet allemaal waarom oorlog een ingrijpende gebeurtenis is voor welk land dan ook, dat hoef ik u vast niet uit te leggen. Maar in het bijzonder is de nasleep van de tweede wereld oorlog in Nederland belangrijk hier.
Na de oorlog was Nederland nagenoeg bankroet. Dit ondanks de opbouwwerkzaamheden die moesten plaatsvinden. Er werd een explosieve groei onder de bevolking verwacht, er was geen werk en een schrijnend huizentekort. En de huizen die er waren, tja. Geen werk/geld dus ook geen huis. Onze toenmalige overheid voerde een actief emigratie beleid. Dit wil zeggen dat jonge mannen werden gestimuleerd om hun geluk in het buitenland te beproeven. Dit is o.a. de reden dat er zoveel Nederlanders in Australië en Canada zijn gaan wonen. Al was Brazilië ook populair! Afgezien van het actieve emigratiebeleid, was die hoge werkeloosheid een schrijnend probleem. Werkeloosheid drijft mensen naar de steden. Waar altijd wel iets van werk is te vinden. En daar schuilt een probleem, zeker als het op folklore aankomt.

Het zal u vast zijn opgevallen dat ik eerder ‘boers’ met aanhalingstekens heb geschreven bij een alinea over volkskunst. Boers wordt binnen het Nederlands gebruikt om zaken gelijk te stellen met simpel. Landelijk. Ouderwets. Lomp. U snapt het vast al. Als iemand die uit twee agrarische- kleine boeren -families komt, en ook in het platteland woont, is dit vaak het eerste wat je te horen krijgt als je mensen spreekt die in een stad wonen. Naast mijn persoonlijke ergernis hierover, geeft dit een eerste inzicht in waar de schaamte vandaan kan komen. Een jong (boeren)stel dat naar de stad verhuist, voor werk, zal ongetwijfeld hun volkskunst en gebruiken mee hebben genomen. Eenmaal daar worden ze geconfronteerd met een andere wereld, andere gebruiken en andere opvattingen dan die ze van uit huis gewend zijn. Dit is overigens geen kritiek op steden; het is gewoon anders. Niet beter, niet minder. Gewoon anders.
Dit heeft echter wel als gevolg dat dit jonge stel hun eigen gebruiken en opvattingen geleidelijk zullen loslaten/veranderen. En voor een groot gedeelte is dit ook normaal; zij passen zich aan aan hun omgeving. Echter hun kinderen en kleinkinderen zullen minder en minder gebruiken kennen. Dit omdat het afneemt per generatie. Tegelijkertijd wordt men er op aan gekeken als iemand van het platteland komt, of kenmerken- wat deze dan ook moge zijn -laat zien die met boers in verband worden gebracht. Mensen zijn sociale wezens, en om uitsluiting te voorkomen, wordt heil gezocht in aanpassen aan de omgeving/groep. Of zelfs gebruiken achterlaten.

De eerder genoemde schaamte is ten dele een erfenis van zowel onze directe als culturele voorouders. Anderzijds ook een cultuur die er omheen is gekweekt. Stedelijk is goed, modern, hip, vooruitstrevend en inclusief. Landelijk is ouderwets, star, conservatief en een tikje wereldvreemd. Hoe iemand het ook zal wenden of keren; deze tweedeling is er. En heeft haar doorwerking ook in dit specifieke gebied van folklore en volksgebruiken. Maar hoe hier mee om te gaan? Vanuit mijn eigen ervaring helpt het niet om je ineens te begraven in folklore en volksgebruiken. Ga alstublieft niet in kledendracht lopen als u zich er niet prettig bij voelt. U hoeft ook niet volksdansen leuk te gaan vinden (al is het wel geweldig om in een grote groep te doen!). De sleutel is rustig en klein te beginnen. Zo vind ik Nederlandse folklore, symboliek en verschillende vormen van handwerk ontzettend interessant! Dan kunnen we het zelfs nog hebben over kleurgebruik en kleursymboliek, en zo komt u al weer uit bij bijvoorbeeld kleur/symbolen binnen kledendracht. Of vanuit verhalen, die terug komen in volksliederen. Lokale geschiedenis die op die manier levend wordt gehouden.

Voor u het weet, is een (volks)gebruik of een manier van werken, onderdeel van uw leven. En zo hoort het te zijn. Niet een gedwongen adoptie van een setje volksgebruiken die u vervolgens nooit gebruikt. Maar een geleidelijk wennen aan. Maar wat te doen als u een zeker opgelaten/schaamte voelt? Welnu: Een aantal keer diep adem halen, en probeer het gevoel/de gedachte, te zien voor wat het is. Een opgelegde constructie vanuit generaties aan schaamte. Een idee zou kunnen zijn om met dit gevoel aan het werk te gaan, als erfenis zijnde.
Als u het voelt, en ziet het als een erfenis. Help uzelf én uw voorouders. Als u een voorouder altaar(tje) heeft, steek een kaars aan en bid voor verlichting van zowel schaamte bij uw voorouders, als bij u als nazaat. Volksgebruiken, kunst, muziek, dans, folklore, werkelijk u kunt het zo gek niet verzinnen, zijn ook onze erfenis als nazaten. In vrijheid en blijdschap deze zaken te onderzoeken, ontdekken en in de praktijk te brengen neemt u een stap richting uw voorouders. Maar ook richting een tweerichtingsverkeer; het land en entiteiten die sluimeren herkennen deze zaken. Voorouders die voorheen geen stem hadden, nu ineens wel!

Voor nu; ik ga verder met mijn thee. En wens u allen een prettig tot zeer goed weekend toe!

– Caspar; de Duivelbanner van Over de IJssel.


Een mededeling!

Nederlandse en Duitse folklore zijn beiden geweldige manieren om je te verbinden met zowel voorouderlijke kennis als het leren van een stuk geschiedenis/iets wat bij je culturele identiteit hoort. Er is ook een schaduwzijde aan folklore.

Ten tijde van de tweede wereld oorlog is- met name in Duitsland -folklore als propaganda werktuig ingezet om nazi ideologie aan de man te brengen. Ook in het hedendaagse Nederlandse heidendom- net als internationaal gezien -komen mensen voor die geïnteresseerd zijn in folklore en nazi ideologie aanhangen. Helaas.

Noem het hoe je het wil noemen, maar laat mij duidelijk zijn. Nazi’s/SS’ers/bruinhemden/extreem rechts aanhangers zijn op deze blog niet welkom. Er is niets mis met trots zijn op je cultuur, het willen verkennen van eigen folklore of belang hechten aan een sterke gemeenschapszin en familiebanden.
Echter daarmee anderen het leven niet te gunnen, het ‘anders’ zijn als niet-menselijk te bestempelen en daarmee vogelvrij te verklaren, is monsterlijk.

Als je zoekende bent naar je culturele identiteit val dan niet voor ‘arische sprookjes’ over hoe ras-zuiver/sterk/groots/machtig je ‘arische’ voorouders waren. Feit blijft dat onze Germaanse geschiedenis vele malen mistiger is, we minder weten dan dat we eigenlijk willen. Een goede graadmeter voor gezond gebruik van folklore is o.a. als je dat als excuus gebruikt om andere mensen (Joden/Moslims/LHBT/Gehandicapten/Roma & Sinti/) als minder te behandelen; je een flinke stap terug moet zetten om in een spiegel te kijken.

Het bestuderen en leren van folklore zou niet moeten leiden tot racisme en vreemdelingenhaat (xenofobie). Folklore in een afgesloten gemeenschap zal uiteindelijk sterven.
Het bestuderen en leren van folklore zou juist moeten leiden tot gevoel van trots en samenhorigheid. Folklore gedeeld met anderen- vooral met vluchtelingen -blijft leven.

Nazi’s zijn niet welkom.

– Caspar; de duivelbanner van Over de IJssel