‘In Spin, de bocht gaat in…‘
Spinnen is niet zomaar een kunst. Spinnen wordt al generaties lang gezien als iets magisch, iets mysterieus en krachtig. En niet alleen magie, maar goden of nog oudere krachten (zoals de Nornen) zijn geassocieerd met spinnen, weven, knopen, etc. En dit is universeel! Of je nu leest over folklore hierover uit Nederland, Rusland, België, Duitsland, of bij de oude Grieken en Romeinen, of Egyptenaren, of bij de inheemse stammen van Amerika; er gaat veel folklore gepaard met spinnen.
Dus spinnen is niet zomaar een kunst; het is de kunst die ons in staat stelde om met die gesponnen draden nog meer dingen te maken. Met de bewerking van plantaardige en dierlijke vezels; ze te spinnen, ontstonden er nog meer kunsten. Weven, borduren, en ga zo maar door. De kunst van het spinnen wordt vooral gezien als een vrouwen-ding. En hoewel dit zeker waar is voor een groot gedeelte, zijn er ook altijd mannen geweest die deelnamen aan deze kunde. Het spinnen heeft een lange geschiedenis en evenveel folklore die fascinerend is voor welke spinner dan ook!
Voor wie mij op diverse sociale kanalen volgt, die weet dat ik een enthousiaste spinner ben. Het bewerken van wol om er vervolgens een draad van te spinnen, en uiteindelijk met een bol garen te eindigen. Daarbij- als een heuse gate-way hobby -is ook nog het verven van de wol bij gekomen. En niet alleen het verven van de wol met plantaardige stoffen, maar ook het zelf groeien van de planten! Een ware tuin vol met verfplanten voor de de wol. Dat is allemaal erg leuk. Dit kost ook best wat tijd. Maar men moet nu eenmaal een hobby hebben, toch? Daarom weiger ik om ook maar te kijken naar andere, gerelateerde, hobbies. Want voor je het door hebt, zit je of aan een weefgetouw en-óf je bent ineens aan het kijken naar schapen. En voor zowel het weefgetouw als levende schapen, heb ik geen ruimte. Noch de tijd!
Maar hoe is dit nu allemaal begonnen? Welnu. Ik was ergens begin 20. En ik werkte toen in de ouderenzorg. Dit op een gesloten afdeling. En het feit was dat een bewoner was overleden. En zoals nadien wordt gevraagd, was de familie van de overleden bewoner bezig de kamer van hun overleden moeder uit te ruimen. Dit een aantal dagen na de begrafenis. Op dat moment raakte ik aan de praat met een van de dochters. Deze die verzuchtte dat ze nog veel uit te zoeken had. Maar ook veel spullen had die ze niet weg wilde gooien, maar zelf niet wilde hebben. Maar er ook niemand voor wist die het wel wilde hebben. Omdat ik nieuwsgierig was, vroeg ik om wat voor spullen het ging. Omdat ik werkte als activiteitenbegeleider was ik altijd wel op zoek naar voorwerpen die bijvoorbeeld handig waren voor een thema-hoekje of gewoon voor de aankleding van de afdeling. In die tijd had ik al een interesse in het spinnen. Echter kost een nieuw spinnewiel wel een paar honderd euro, en dat had ik niet. De dochter vertelde mij over het oude spinnewiel van haar moeder. En hoe veel haar moeder eerder wel niet spon. Ze hadden zelf schapen; dus aan wol geen gebrek. Het was een Louët. Een ouder model, maar ze werkte nog steeds. Een lang verhaal kort; ik besloot het wiel te kopen. Een voor mij belangrijk punt was dat ik er voor betaalde; goede werktuigen zijn hun geld waard.
De middag dat ik mijn eerste spinnewiel kreeg was ik vooral onder de indruk van hoe donker het hout was geworden van alle jaren én de lanoline. Dit was geen spinnewiel dat maar een paar keer per jaar gebruikt werkt. Nee, mijn nieuwe en eerste wiel was een hardwerkende dame die haar meters aan wol al wel had gemaakt. En zoals de dochter had verteld, nog steeds in goede staat en klaar voor actie! Die middag dat ik naar huis ging liep ik naar de bushalte. En onderweg viel het mij niet mee. Het wiel was niet zwaar, maar ik werd om de x meter staande gehouden door mensen. Vooral mannen, die ineens gefascineerd waren door het spinnewiel. De vrouwen ook, maar die hielden meer afstand. Mannen moeten direct weer ergens aan zitten, zo bleek het.
Het zou toeval zijn geweest als dit een á twee keer was gebeurd. Maar onderweg naar de bus ben ik meer als vier keer staande gehouden. Het voelde vreemd. Weliswaar op een goede manier; ik was zelf ook blij met mijn eerste wiel. Maar ik wilde ook graag naar huis! Want zo kon ik immers aan de slag met mijn wiel. En leren hoe te spinnen!! Eenmaal in de bus begon de buschauffeur te vertellen over hoe zijn oma ook eerder een spinnewiel had.
Het hebben van, en het kunnen werken met een spinnewiel heeft blijkbaar op veel mensen- zeker als kind -een indruk gemaakt die tot een zekere fascinatie leidt. In al die jaren dat ik nu spin, ben ik nooit vergeten hoe dat kleine stukje lopen naar de bus mij ongeveer 20 minuten heeft gekost. En de les dat een spinnewiel niet door iedereen aangeraakt hoeft te worden- liever niet zelfs!
Eenmaal thuis kreeg ik mijn moeder zover om mij te leren hoe ik moest spinnen. Dit ging onder wat protest; het zou ouderwets zijn. En rommel geven. En waarom moest ik zo nodig leren spinnen? Want wat ging ik doen met het garen dan? Allemaal vragen waar ik geen antwoord op had. Het enige wat ik wist dat ik moest doen was het leren om te spinnen. En zo geschiede. Met grote bewondering zag ik hoe mijn moeder- die toen al +/- 30 jaar niet meer gesponnen had -een mooie en gelijkmatige draad wist te spinnen uit de ruwe en onbewerkte wol. Als bijna vanzelf vormde er een lijn en die lijn van wol draaide tot het een echte draad was, en werd zo op de klos gesponnen terwijl haar voeten en handen geheel harmonieus samenwerkten. Tijdens het spinnen zag ik het gezicht van mijn moeder continu veranderen; twijfelend, nieuwsgierig en uiteindelijk geconcentreerd. Wat ik toen zelf nog niet had ervaren, maar vanaf de zijlijn bij mijn moeder zag, was het gesprek dat ze had met het spinnewiel. Een spinnewiel praat, ziet u?
Het is niet alleen het geluid dat het maakt tijdens het spinnen, het is ook het gevoel. Het gevoel dat via de draad bij je handen komt. Het gevoel dat via het pedaal bij je voeten komt. Het is het geluid van het wiel dat draait. Het geheel dat werkt. Of nét niet werkt, niet lekker loopt. Of het wiel dat te strak staat en zo de draad uit je handen trekt voor deze goed is gesponnen. Of dat je moeite moet doen om het wiel aan te drijven. En die harmonie tussen handen, voeten, de draad en het wiel wordt alleen bereikt door te luisteren.
Tot mijn eigen positieve verbazing pakte ik het spinnen snel op. Binnen enkele minuten ging ik van een dikke draad naar een dunnere, en gelijkmatige draad. Nog steeds iets waar niet écht iets mee te breien viel, maar het was een begin. En na die eerste keer heb ik het spinnen nooit meer los gelaten.
Dat was het voor nu. Ik wens u allen een prettige avond.
– Caspar; de Duivelbanner van Over de IJssel.